Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt van 1944 tot 1968, Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt “buiten verband” van 1968 tot 1979, Nederlands Gereformeerde Kerk vanaf 1979 tot heden.
Alle drie de namen (zie afb.) zijn van toepassing (geweest) op de gemeente die nu bijeenkomt in het kerkgebouw aan de Westvest 30 in Schiedam.

In de nazomer van 1944 kwam het al geruime tijd heersende conflict over “het genadeverbond” binnen de Gereformeerde Kerken (“synodaal”) tot een uitbarsting en onstonden de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt). Ook in Schiedam. Tijdens een vergadering op 9 september werden 16 kerkenraadsleden afgezet (15 ouderlingen en 1 diaken) en op 16 september een predikant (Ds. C. Vonk).
Helaas ontstond er in 1968 weer een scheuring, waarbij onze gemeente, nagenoeg geheel, buiten het verband van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) raakte. Dit kwam omdat naar het oordeel van de synode (= landelijke vergadering van kerken) de kerk van Schiedam niet langer een Vrijgemaakte Kerk was. In 1979 werd de naam Nederlands Gereformeerde Kerk aangenomen.
Op 3 september 1944 werd de eerste kerkdienst gehouden in het kerkgebouw van de Nederlandse Protestantenbond aan de Westvest 92 in Schiedam. Voorganger was Ds. C. Vonk. Van deze gebeurtenis is het volgende ooggetuigeverslag bewaard gebleven.
0oggetuigeverslag kerkdienst 3 september 1944 Het was een vreemde gewaarwording ’s morgens om half acht reeds naar de kerk te gaan. Immers 8 uur zou Ds. Vonk reeds optreden in de kerk van de Protestantenbond. Het was een geheel volle kerk, ondanks het vroege uur en het ongunstige weer. Maar het was de eerste keer. Tot mijn blijdschap zag ik 2 van de 3 broeders, die zich hadden teruggetrokken weder bij ons. Ds. Vonk preekte over 1 Petr. 1:23‑2:2, het bekende woord over de wedergeboorte door het Woord. Daarop legde hij dan ook bepaald den nadruk, dat de wedergeboorte niet alleen door de Geest wordt gewerkt, maar de Geest werkt door het Woord. De tweeërlei uitwerking van die wedergeboorte vertoont zich door aflegging van het kwade en door begeerte naar het goede. Een leerzame predicatie zooals we dat van Ds. Vonk gewend zijn. Hij accentueerde zoo nu en dan het verschil dat we hebben met de leering der Synode. Des middags was de kerk nog voller. Er was ook doop. Aan een kind, waar de doop geweigerd, daar de vragen door de vader niet onvoorwaardelijk konden worden beantwoordt. Dat kon nu wel. Aan de orde van behandeling was Zondag 38 over het vierde gebod. Beide malen werd Ds. Vonk “op stoel gebracht” door br. v.d. Vlies, de oudste van ons. Hoewel we het liever anders hadden gewild, hebben we toch een betere zondag gehad dan verleden week. De collecten van deze 2 diensten brachten in totaal op, zooals ik achteraf hoorde, ongeveer 600 gulden.” |
De eerste kerkbladen omvatten maar 1 velletje papier. Het was oorlog en er heerste schaarste op allerlei gebied. Om een indruk te geven hoe dat er uitzag vindt u hieronder een afbeelding (deel) van zo’n velletje.

Begin 1948 werd een tweede predikantsplaats ingenomen door Ds. W.W.J. van Oene. In 1952 kreeg Ds. Van Oene een beroep (= aanstelling) uit Canada. Enkele ouderen hebben de beelden van zijn vertrek, met de boot in oktober 1952 vanuit Rotterdam en Hoek van Holland, nog in het geheugen gegrift staan. Na zijn vertrek is er in de gemeente geen 2e predikant meer actief geweest.
Op zondag 13 juni 1954 was de laatste dienst in het kerkgebouw van de Nederlandse Protestantenbond. Van deze dienst is een geluidsopname bewaard gebleven via deze website.
Donderdag 17 juni 1954 was de openingsavond van het nieuwe en huidige kerkgebouw aan de Westvest 30, voor genodigden en gemeenteleden. Om te voorkomen dat niet-gemeenteleden de banken zouden gaan bezetten, werden vooraf toegangsbewijzen uitgereikt. Toegangsbewijzen kon men aanvragen met onderstaand formuliertje dat bij het kerkblad van 22 mei was ingesloten.

De bouw was mogelijk gemaakt door vele bijdragen van gemeenteleden. Het gebouw was in die tijd een bijzonderheid vanwege de vorm, gebruikte materialen en kleuren. Nog vele jaren hebben de architecten, deze hielden kantoor in het naastgelegen pand, vele bezoekers rondgeleid in “hun” bouwwerk.
Het beeldmerk afgedrukt op het huidige kerkblad, de voorgevel van het kerkgebouw, is al erg oud. Kort na de ingebruikname in 1954 prijkte deze al op dit kerkblad.

Over de betekenis van de “V” aan de gevel van het gebouw is een aparte pagina gemaakt: lees het hier…
Op 1 november 1957 werd het kerkorgel in gebruikgenomen. De eerste orgelbespeling, die avond, werd uitgevoerd door Dirk Jansz. Zwart, adviseur bij de bouw van het orgel.

De eerste jaren zijn op dit orgel veel concerten gegeven. Een van die concerten werd gegeven door de toen bekende organist Piet van Egmond. Tijdens dit concert bracht hij het aanwezige jeugdige publiek (en niet alleen de jeugd) op de rand van de bank door een vraag te stellen.
Vraag organist
De organist wilde waarschijnlijk benadrukken dat de wind die door de
pijpen blies en zo de tonen veroorzaakte, op een moderne wijze, namelijk
door een electrische motor, werd opgewekt. Het gebeurde wel eens, zo
vertelde hij, dat een toets van het klavier bleef hangen, of dat (hoe dan ook)
een toon hoorbaar bleef. Hij vroeg aan het publiek wat je dan moest doen
als organist om dat geluid te laten ophouden, want dat was nauurlijk erg
vervelend tijdens een kerkdienst. Het antwoord kwam uit de kerkzaal van een een jongetje van 10 jaar: de motor afzetten. Goed antwoord! Hij kreeg een compliment van de Grote Piet van Egmond!
Ds. Vonk was in 1944 de eerste predikant. In 1973 ging hij met emeritaat (= pensioen). Ds. Van Oene heeft de gemeente gediend als 2e predikant van 1948 tot einde 1952. De opvolger van Ds. Vonk trad aan in april 1973: Ds. L.W.G. Blokhuis. Hij werd in 1986 opgevolgd door Ds. C.A.A. Struik. Van 2000 tot 2010 is Ds. F.H. Blokhuis onze predikant geweest. Vanaf september 2011 tot aan zijn emeritaat in augustus 2017 diende Ds. P.J.H. Krol onze gemeente. Sinds 1 maart 2020 is onze voorganger ds. J.A.E. (Janneke) Dekker – Groot. Een compleet overzichtje van Schiedamse predikanten staat hieronder.

In 1957 verscheen het eerste Jaarboekje. Naar de mening van de kerkenraad was het nodig aan de gemeenteleden te verstrekken “een lijst van adressen van ambtsdragers, functionarissen, commissies en verenigingen onzer kerk en van allerlei voor de Gemeente nuttige inlichtingen.”
Kennelijk werd niet direct nuttig geacht het aantal leden van de gemeente te vermelden, want dat stond er niet in. In het Jaarboekje van 1959 is dat ‘goedgemaakt’: per 31-12-1957 was het aantal leden 971, waarvan 456 doopleden.
In Schiedam is er alle jaren een bloeiend verenigingsleven geweest. In het voornoemde Jaarboekje (1957) staan gegevens van 9 verenigingen vermeld. Waaronder die van de mannenvereniging “Calvijn”. Deze vereniging bestaat nog steeds en heeft in 2019 zijn 100-jarig bestaan gevierd! Het Jaarboekje van 2020 bevat gegevens van 7 verenigingen of, zoals we nu zeggen, bijbelstudieclubs.